Emmaüswandeling

Een Emmaüswandeling is een wandel-werkvorm naar Lucas 24:13-35, waar geschreven wordt over 2 leerlingen uit de bredere kring rond Jezus.

Als de 2 leerlingen op weg naar huis zijn op de avond van de Paasdag, komt er iemand naast hen wandelen. Hij snapt maar niet wat hen zo bezig houdt. 
Daarom vragen ze: ‘Bent u dan de enige vreemdeling in Jeruzalem, die niet weet wat daar deze dagen gebeurd is?’ (vers 18)
Ze zijn verdrietig en verslagen dat Jezus is gestorven, want ‘Wij leefden in de hoop dat Hij degene was die Israël zou bevrijden, maar inmiddels is het de derde dag sinds dit alles gebeurd is. Bovendien hebben enkele vrouwen uit ons midden ons in verwarring gebracht. Toen ze vanmorgen vroeg naar het graf gingen, vonden ze zijn lichaam daar niet ….’ (vers 21-23)

Als die onwetende vreemdeling de Heer blijkt te zijn, zeggen ze: ‘Brandde ons hart niet toen Hij onderweg met ons sprak en de Schriften voor ons ontsloot?’ (vers 32).

Zelf een Emmaüswandeling maken
Tijdens de Emmaüswandeling in Utrecht ga je met z’n tweeën in gesprek om elkaar wederzijds te beluisteren en te bevragen. Wees daarin ‘nieuwsgierig’ naar wat de ander bezighoudt, vooral maar niet uitsluitend als het gaat om leven met God.  

Voor de wandeling nodig je iemand uit om mee te lopen. Dat kan een vriend of vriendin zijn, iemand uit je huiskring, maar ook je vrouw of man, je tienerzoon of -dochter of zelfs je kind dat nog iets jonger is. In het geval dat je met iemand uit je gezin wandelt vraagt het wel de bereidheid om niet te denken dat je ‘het al weet’. Wees belangstellend voor wat je dacht te weten, maar dat toch anders blijkt te zijn. Misschien moet je dat van te voren aan elkaar beloven :).
Wandelen met een huisgenoot kan sowieso, met iemand anders kan het met 1,5 meter afstand. (Mocht je ook dat in deze corona tijd  liever niet willen dan kun je ook individueel wandelen en elkaar na een kwartier bellen.)  

1. In de dienst lazen we Lucas 24: 13 – 35. Als je dat hebt gemist, lees dan nog samen hardop het gedeelte.

2. Je loopt eerst (minimaal) een kwartier in stilte samen op, waarbij je aandacht hebt voor de omgeving (de wind door de bomen, een vogel die fluit, een kind dat speelt), je voelt, ruikt, hoort, ziet. Je stelt je ook open voor wat er in jezelf leeft, in eigen hart, in eigen gedachten.
Net als de Emmaüsgangers word je je bewust dat je daar niet zomaar met z’n tweeën loopt. Jezus zelf met je op. In de stilte kan het ineens gaan over hoop en teleurstelling (vers 18, 21), over passie en verlangen (vers 32). Stel jezelf de vraag:
Wat hoop ik?
Waarin ben ik teleurgesteld?
Voor welke dingen brandt mijn hart, waar ligt mijn passie?
Wat raakt er aan mijn verlangen, waar ligt mijn verlangen?

3. Na de tijd van stilte (minimaal een kwartier!) deelt de eerste van jullie al wandelend, waar je je bewust van werd aan gewaarwording, gevoelens en gedachten. Er mag zeker ook stilte zijn.
Degene die  luistert mag alleen vragen stellen over dat wat nog niet duidelijk is of dat waar je een verdiepende vraag bij hebt.
Je interpreteert niet, (be)oordeelt niet en vertelt geen eigen verhaal.
Je luistert de ander uit door hem/haar uit te nodigen verder te vertellen.

4. Na 15 tot 20 minuten wissel je van rol: de eerste verteller luistert en de eerste luisteraar vertelt.

5. Bid tenslotte kort voor elkaar en zegen elkaar.

Wat je ook interessant zou vinden

Gepubliceerd door

Lydia Kansen-Brasz (predikant)

Lydia is sinds september 2013 predikant van de Nieuwe Kerk. Speerpunt van haar werk is geestelijke begeleiding van mensen, als groep of individueel. Allerlei vormen en manieren van gebed zijn daarbij erg belangrijk.