Dit jaar zal voor het eerst ook op Stille Zaterdag een korte viering zijn, waarin we stil staan bij de dood van onze Heer en ons sterven met Christus.
We lezen o.a. Romeinen 6, waar Paulus de link legt tussen de doop en het sterven en opstaan met Christus in een nieuw leven. In de viering zal gelegenheid zijn om onze doop te gedenken.
De doopgedachtenis helpt ons te herinneren aan onze doop, lang geleden als baby of korter geleden als volwassene. Of we dat moment nu bewust hebben meegemaakt of voordat we ons het bewust konden zijn, in de doopgedachtenis mogen we beseffen: ik ben gedoopt, ik ben met Christus gestorven en opgestaan tot een nieuw bestaan.
In de vroege kerk was de viering in de nacht van Pasen, de paaswake, de belangrijkste dienst van het jaar. Mensen die zich in de veertigdagentijd intensief hadden voorbereid, werden in de paasnacht gedoopt. Symbolisch is er eigenlijk geen mooier moment voor de doop denkbaar, dan juist deze nacht, want als je gedoopt wordt, dan vier je dat je oude leven gestorven is en dat je met Jezus Christus bent opgestaan.
RESURREXIT
(bij Romeinen 6)
Vrijdag slopen wij zwijgend weg
van de verschrikking van het plaats delict;
zijn dood op onze hielen.
We zijn er met Hem onderdoor gegaan,
gedoopt in de ijselijk dodelijke Jordaan.
Leeg zijn we thuis gekomen,
vol van verdriet
en smeekten slaap ons te overmannen.
Hij gaf, uiteindelijk, met tegenzin toe.
Stilte sloot de gordijnen voor de donkere nacht.
Niemand die ze openscheurde.
*
Vanmorgen zijn wij opgestaan,
naar hier terug gegaan.
De nieuwe dag opengeschoven,
licht wijst op de steen
en de opengebroken, tandeloze mond.
Nu zijn wij vol van het lege graf,
luisteren naar het juichen van de stilte.
Vandaag draagt Hij het leven op handen,
brengt ons voor eens en altijd aan het licht.
We zijn er met Hem bovenop gekomen,
gedoopt in de bruisende levensbron.
Nu opgewekt de nieuwe dag in gaan.
Vanmorgen zijn wij opgestaan.